Een oude wijze vrouw die op reis was in de bergen, vond op zekere dag een prachtige kostbare steen in de bedding van een rivier.
De volgende dag kwam ze een man tegen, die ook op reis was in de bergen en hij had honger.
En de oude vrouw maakte haar tas open en gaf hem wat brood.
De man zag de kostbare steen in haar tas en vroeg of hij die steen mocht hebben.
En zonder enige aarzeling gaf de oude vrouw de steen aan de man.
De reiziger nam afscheid van haar en was verschrikkelijk blij met de kostbare steen. Hij wist dat hij de rest van zijn leven geen geldzorgen meer zou kennen.
Maar een paar dagen later besloot hij de vrouw weer op te zoeken en gaf haar de steen terug.
En hij zei: ‘Ik heb er eens over nagedacht. Ik weet hoe kostbaar die steen is. Maar ik geef hem je weer terug in de hoop dat je me nog iets veel kostbaarder wil geven.
Zou je mij dat willen geven wat het jou mogelijk maakt om zomaar zonder enige aarzeling zo’n kostbare steen weg te geven aan de eerste de beste persoon die je tegenkomt?