Zijn naam was Fleming, en hij was een arme Schotse boer. Op een dag hoorde de boer hulpgeroep uit een moeras. De boer rende er op af en trof in het moeras een doodsbange jongen aan, die inmiddels tot zijn middel in de blubber was weggezakt.
Boer Fleming wist de jongen met een touw heelhuids uit het moeras te trekken en hem zo voor een waarschijnlijke dood te redden. De volgende dag klopte een deftig uitziende heer aan bij de boerderij van Fleming. Hij stelde zich voor als de vader van de jongen die de boer gered had.
“Ik wil je een beloning geven”, zei de man. “Je hebt het leven van mijn zoon gered.”
“Sorry, maar ik wil geen geld hebben”, antwoordde de boer. “U zou hetzelfde gedaan hebben.”
Op dat moment kwam de zoon van de boer bij de deur staan. “Is dat jouw zoon?”, vroeg de deftige edelman. “Dan heb ik een goed voorstel. Laat mij het onderwijs van jouw zoon betalen. Ik zal ervoor zorgen dat hij hetzelfde onderwijs krijgt, als mijn eigen zoon. Hij zal zonder twijfel opgroeien tot een man waar we allebei trots op kunnen zijn.”
Aldus geschiedde. De zoon van boer Fleming kreeg onderwijs op de beste scholen en studeerde af aan de St. Mary’s Hospital Medical School in London. Later werd hij wereldwijd bekend als Sir Alexander Fleming, de ontdekker van penicilline.
Jaren later werd de zoon van de edelman getroffen door longontsteking. Raad eens wat hem het leven redde?
Penicilline.
Wat was de naam van de edelman?
Lord Randolph Churchill.
Wat was de naam van zijn zoon?
Winston.